Gespierd politieoptreden op La Boum II, kalm op 8 mei: welke lessen?
8 mei was de eerste avond van de versoepelingen en de afschaffing van de avondklok. Op een groot feest op het Heilig Kruisplein in Elsene werd het samenscholingsverbod (vanaf 22 uur) overtreden. De politie dreef de feestvierders uiteen, zonder geweld. Een week eerder, tijdens La Boum II, vielen er gewonden door het buitensporige optreden van de politie.
Wat is de verklaring? Het is cruciaal dit goed te analyseren. Want hoogstwaarschijnlijk komen er de komende maanden opnieuw samenscholingen. We moeten ons daarop voorbereiden.
Een grote menigte onder controle krijgen is niet gemakkelijk. Maar het politieoptreden op La Boum II was niet oké: mensen van op korte afstand traangas in de ogen spuiten, iemand die al op de grond ligt stampen of gaan racen met een waterkanon op een grasveld vol mensen.
Iedereen begrijpt dat het niet gemakkelijk is een grote menigte onder controle te krijgen. Dat is geen excuus om mensen moedwillig van op korte afstand traangas in de ogen te spuiten, iemand die al op de grond ligt te stampen of met een waterkanon met hoge snelheid een grasveld vol mensen op te rijden. Zoals gebeurde op La Boum II in het Ter Kamerenbos. Veel onschuldige burgers werden hardhandig aangepakt. Dat had anders gekund.
Ook een security expert die ter plaatse was, had zijn bedenkingen. Het was gemakkelijk de relschoppers te onderscheiden van de grote, vredevolle massa. De relschoppers waren een relatief kleine groep: een 30-tal jongeren, allen in zwart gekleed, velen met zwarte handschoenen, een kap en een mondmasker. Ook uit hun gedrag bleek dat ze met kwade bedoelingen kwamen. Een andere fractie van de relschoppers waren voetbalhooligans. Dat ook zij uit waren op geweld tegen de politie was duidelijk. Dat blijkt ook uit vele getuigenissen en de beelden op sociale media. Waarom liet de politie de twee kleine, agressieve groepen begaan? Waarom greep ze niet eerder in? Waarom chargeerde ze nadien wel?
Wie had de leiding over de politie? Wie besliste om in te grijpen? Hoe gaat Brussel in de toekomst het samenscholingsverbod handhaven? Deze vragen stel ik aan de Minister-President. Want gewelddadige escalaties moeten we voorkomen, te allen tijde.