Brussel gaat digitaal
Met de nieuwe wet digitale transitie springt Brussel op de digitale trein. Online procedures worden beschouwd als een recht.
Maar wie het nodig heeft, moet nog altijd fysiek administratie kunnen afhandelen.
Laten we niet op onze lauweren rusten. De mix van digitale toegang en fysieke toegang tot overheidsdiensten is een goede zaak. Maar daarmee zijn we er nog niet.
Gewoon logisch
Dat de Brusselse overheid het online aanbod zal uitbouwen is de logica zelve.
Veel Brusselaars hebben geen tijd om aan te schuiven aan een loket. Voor wie digitaal handig is, is het online aanbod een uitkomst.
Maar de digitale vooruitgang mag nooit ten koste gaan van mensen die digitaal minder onderlegd zijn. Voor hen blijft omkadering nodig. In de eerste plaats met ondersteuning van een ambtenaar ter plekke.
Bonus
Dat principe staat in de wet.
De ordonnantie is een extra: de digitale dienstverlening komt bovenop de andere kanalen van communicatie.
Naast de fysieke loketten of telefonisch contact.
Is daarmee alles in orde?
Zeker niet.
De service aan loketten schiet vaak tekort t.o.v. mensen in armoedesituaties.
Sommige mensen hebben door hun sociale positie véél administratieve hordes te nemen. En dat enkel om te krijgen waar ze recht op hebben. Formulieren zijn complex. Een foutje valt nauwelijks recht te zetten en zorgt voor veel miserie.
Tegelijk is de werklast van sociaal werkers enorm.
Ook daar moeten we bijsturen.
Tot slot
Brussel wil klantvriendelijk worden. Mee met zijn tijd.
Toch is Brussel zélf erg complex op bestuurlijk vlak.
Op het grondgebied van dit stadsgewest werken verschillende bestuursniveaus elkaar tegen. Veel werk wordt dubbel gedaan.
Brussel moet eenvoudiger.
Merci
Aan alle armoedeorganisaties: dank voor jullie toewijding in de totstandkoming van deze wet.
Dankzij jullie werden passages in de oorspronkelijke tekst aangepast.
Zodat niemand uit de boot valt.