Zo vierden we feest op één mei

Na twee jaar stilte konden we eindelijk weer knallen op 1 mei, de Dag van de Arbeid. Ik mocht speechen tijdens de middag in Randstad Molenbeek. Daarna gingen we in de stoet naar de Varkensmarkt voor het one.may festival.

In mijn speech had ik het over werk. Betaald werk.

Eenieder heeft recht op arbeid
op gunstige arbeidsomstandigheden
een rechtvaardige beloning
gelijk loon voor gelijk werk
om van te kunnen leven

Voor een groot deel van de Brusselse bevolking wordt dat recht niet gerealiseerd.

Mensen uit de migratie, arbeidsgehandicapten, 50-plussers en kortgeschoolden – samen zowat drievierde van de Brusselse werkzoekenden – vinden moeilijker een job dan andere werkzoekenden.

Voor een andere groep werkende mensen in ons Gewest zijn deze rechten volledig onbestaande. En ze zijn met velen: mensen zonder papieren.

We moeten af van het idee dat mensen zonder papieren hier komen profiteren van onze welvaart. Integendeel, ze werken hard. Ze dragen bij aan onze economie en welvaart.

In Duitsland hebben ze dat al begrepen. Daar is het werkverbod afgeschaft voor mensen die al 5 jaar in Duitsland wonen. Dat moet bij ons ook kunnen.

Twee getuigen

Twee jongemannen getuigden over hun situatie: Samim uit Afghanistan en Suad uit Albanië. Ze kwamen allebei als minderjarige naar Brussel. Ze lopen school in Don Bosco en werken twee dagen per week bij Elan in Schaarbeek, in een traject duaal leren.

Maar terwijl veel jongeren ernaar uitkijken om hun diploma te halen, is dat voor deze jongens geen goed nieuws. Zodra hun opleiding is afgelopen, moeten ze terug naar hun land.

Dat is heel wrang als je weet dat ze hier al jaren (respectievelijk 5 jaar en 2,5 jaar) een opleiding volgen. En ook moeilijk te begrijpen in het geval van Samim, want zijn jongere broer kreeg wel papieren.

Hun droom voor de toekomst? In België een leven opbouwen en kunnen werken. En dat begint met één ding: papieren.

Lees hier mijn speech (NL)