Hoopvolle maatregelen voor de dienstenchequesector

De Brusselse regering investeert erg veel geld in de dienstenchequesector. Maar liefst een kwart van het totale budget om werkgelegenheid te creëren gaat er naartoe. Maar hebben de werknemers daar baat bij?

Wie werkt er?

De dienstenchequesector zorgt voor veel tewerkstelling in Brussel: meer dan 25.000 mensen werken in het Brussels gewest in de sector.

Het overgrote deel van deze werknemers is vrouw en werkt vooral als huishoud- of poetshulp. Werk via dienstencheques is behoorlijk laagdrempelig. Daarom behoren deze werknemers vaak tot een precaire groep.

Toch mag het maatschappelijk belang van hun werk niet onderschat worden. Ze zorgen ervoor dat onze kantoren en woningen proper zijn. Ze doen de boodschappen, de strijk, koken en vangen soms de kinderen op. Er wordt veel werk verzet.

En dus moeten we hen ook correct betalen voor dat werk. Met de stijgende inflatie en huur- en energieprijzen, moeten we ervoor zorgen dat ook deze mensen, die hard werken, het hoofd boven water kunnen houden.

Daarnaast worden huishoudhulpen in de praktijk vaak te weinig ondersteund in hun fysiek en psychologisch zwaar werk. Simpelweg gevaarlijke situaties met chemische poetsproducten of veel te hoge ladders zijn geen uitzondering.

Wat doet de Brusselse regering?

Het sociaal akkoord dat in juni gesloten werd (lees hier meer) op federaal niveau, is op beide vlakken een hele stap vooruit. Maar dat neemt niet weg dat de Brusselse regering óók hefbomen heeft.

Ik hoop dat de minister streng gaat zijn. Dat het minimale standaardcontract écht rekening houdt met de werkomstandigheden van de huishoudhulpen. En een stevige screening van bedrijven die gebruik willen maken van dienstencheques.

In de Commissie Economische Zaken van woensdag 5 oktober gaf Minister Bernard Clerfayt uitleg over zijn plannen. Er komt binnenkort een ordonnantie aan die werk moet maken van volgende zaken:

  • De verhoging van de prijs van de dienstencheques. Gebruikers en bedrijven zullen zelf een extra centje op moeten leggen, zodat het loon van huishoudhulpen omhoog kan gaan.
  • Een standaardcontract wordt verplicht. Dat wil zeggen dat de werkgevers zich aan een minimum van werkomstandigheden zullen moeten houden.
  • Erkenningscriteria voor bedrijven. Niet zomaar elk bedrijf zal gebruik kunnen maken van dienstencheques, maar zal eerst moeten bewijzen dat het een goede en veilige werkgever is.
  • Vaststelling van de nodige uren voor een klus, waardoor huishoudhulpen niet voor onmogelijke opdrachten te staan komen.
  • Verder beloofde de minister ook de optie te bekijken van betaald educatief verlof voor mensen in de dienstenchequesector. Dat leidt tot meer emancipatie bij de vrouwen en mannen die in de sector tewerkgesteld zijn.

Mooie beloften dus. Maar ‘the proof of the pudding is in the eating’. Pas als we de ontwerpordonnantie van Minister Clerfayt te zien krijgen, kunnen we een echt oordeel vellen over zijn plannen.

Ik hoop dat de minister streng durft zijn. Dat het minimale standaardcontract écht rekening houdt met de gezondheid en werkomstandigheden van de huishoudhulpen. En dat bedrijven die gebruik willen maken van dienstencheques stevig gescreend worden.

Ik volg het op in het Brussels parlement.