De Brusselse gemeenten hebben erg verschillende tarieven voor inschrijving van vluchtelingen. Dat is een groot probleem.

Eens Oekraïense vluchtelingen zijn geregistreerd kunnen ze zich inschrijven in een gemeente.

In sommige Brusselse gemeenten wordt het inschrijvingsgeld voor dossierkosten kwijtgescholden.

In andere gemeenten kan de kostprijs oplopen tot 74 euro voor een gezin van vijf. 

De inschrijvingsbedragen schommelen dus sterk van gemeente tot gemeente. 

Op woensdag 23 maart zaten de Brusselse burgemeesters daarover samen. 

De tarieven per gemeente blijven onveranderd, maar de Oekraïense vluchteling gaat de kost niet meer voelen.

De OCMW’s zullen immers bijpassen.

De vluchteling betaalt zijn inschrijving in de gemeente. Hij krijgt het bedrag nadien terug van het OCMW.

Of hij hoeft niets te betalen. Het OCMW vergoedt de gemeente voor de gemaakte kosten.

De oplossing die er geen is

De OCMW’s krijgen extra middelen van de federale overheid voor de opvang van de Oekraïense vluchtelingen. 135% van het leefloon wordt uitgekeerd, ipv 100%.

Die extra middelen zijn er voor kosten als tolken, extra personeel en administratiekosten.

Als deze extra federale steun moet dienen om de kosten van inschrijving bij te passen, dan houdt het OCMW minder over. En bovendien: het ene OCMW moet meer bijpassen dan het andere.

Grote ongelijkheid

Resultaat?

Opnieuw een ongelijke dienstverlening per OCMW, ten gevolge van ongelijke tarieven in de Brusselse gemeenten.

Want het vraagstuk ten gronde is niet opgelost. De ene gemeente rekent nog altijd meer aan dan de andere. 

Minister Clerfayt, u moet bijsturen. 

Beeld: filmstill uit mijn video van 22 maart, die ik maakte in het Zuidstation waar veel Oekraïense vluchtelingen aankomen.