Publieke toiletten horen bij de basisuitrusting van een stad

Het Brussels Gewest telt meer dan 1,2 miljoen inwoners en wordt jaarlijks door miljoenen pendelaars, reizigers en toeristen bezocht. Toch zijn er maar 175 toegankelijke openbare toiletten (inclusief toiletten en urinoirs) op het hele grondgebied, waarvan iets meer dan 60 gratis.

Toiletten installeren, uitbaten en onderhouden kost geld. Maar het niet doen heeft ook een kost.

De vzw Straatverplegers, de app Peesy en de onderzoeksgroep voor wateronzekerheid HyPer (ULB) bundelden hun gegevens, ter gelegenheid van de publicatie van het nieuwe Plan van gratis toiletten. Op 28 juni ging ik naar hun persconferentie. Ze doen drie voorstellen.

Ten eerste, het vraagstuk van openbare toiletten aanpakken op gewestelijk niveau. Ten tweede, inclusieve infrastructuur, toegankelijk voor iedereen (dus ook vrouwen of personen met beperkte mobiliteit). Ten derde, meer aandacht voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals mensen zonder dak die bij gebrek aan toiletten hun waardigheid en lichamelijke integriteit verliezen. Ik ben het roerend met hen eens.

Basishygiëne is een overheidstaak

Iedereen moet wel eens naar het toilet. Dus moeten er publieke toiletten zijn. Het lijkt evident, maar de praktijk is anders. De meeste openbare toiletten op Brussels grondgebied zijn in gemeentelijk beheer. Sommige gemeenten nemen dat vraagstuk serieus. Andere niet. Terwijl het een kwestie is van algemeen belang. En dus ook op grote schaal moet aangepakt worden. Toiletten horen bij de basisuitrusting van een stad. Dat moet je serieus nemen.

Toiletten installeren, uitbaten en onderhouden kost geld. Maar het niet doen heeft ook een kost.

In het parlement werkten we aan een resolutie over toiletten in het Gewest. Dit komt na het zomerreces op de agenda. Ik hou jullie op de hoogte.

Proficiat PEESY, Straatverplegers en HyPer. Bedankt voor jullie uitstekende werk.

Bekijk ook de reportage van de RTBF. Ook de VRT en Bruzz brachten verslag uit van de persconferentie van 28/06.