Bijzondere commissie Uber zit erop
We hebben er veel uren tijd in gestoken, zowel in de hoorzittingen als in de werkgroep waar we aanbevelingen hebben geformuleerd. Vandaag stemden we over het voorstel van vaststellingen en aanbevelingen.
Ik ben blij dat het achter de rug is.
Wij, parlementsleden van de commissie binnenlandse zaken, hebben erg veel tijd geïnvesteerd in deze bijzondere commissie Uber.
Nuttig?
Dit werk hadden we eerder moeten doen.
Want de discussies gingen niet over lobbyen, maar over regels inzake bezoldigd personenvervoer.
Die input hadden we goed kunnen gebruiken in aanloop van de nieuwe ordonnantie personenvervoer, die op 9 juni 2022 is aangenomen.
Bovendien hadden we de minister ook kunnen bevragen in een gewone commissie. In een korter tijdsbestek.
Uiteindelijk is gebleken dat minister Pascal Smet ook niets viel te verwijten. Daarom zijn de aanbevelingen vrij bescheiden.
Zo is er o.a. de oprichting van een deontologische commissie, die een deontologische code voor de parlementsleden zal opstellen. De Regering zal dezelfde oefening maken voor haar leden en kabinetsmedewerkers.
Wat ik eruit onthoud
Lobbyen op zich is niet fout
Meerdere politici hébben al een sterk compas. Ze hanteren van nature een gezonde methodologie.
Het is normaal en gezond dat een politicus met stakeholders praat, op bezoek gaat, mensen en organisaties ontvangt, memorandi leest,… Dat is gewoon je werk.
Een politicus maakt de afweging tussen de verschillende belangen. En probeert met een regeling te komen die billijk is, verdedigbaar en fair. Maar zelden of nooit zal iemand 100% tevreden zijn met zo’n beslissing.
De frustraties zijn nog altijd niet weg
Tot op de dag van vandaag is er veel onvrede in de sector van het bezoldigd personenvervoer. Dat mogen we niet negeren. Daar moeten we echt iets aan doen.
Lees hier mijn tussenkomst (NL).
Lees ook het grote interview met Pascal Smet in Le Soir en De Standaard (NL) van dit weekend (achter een paywall)