10.000 hotelkamers leeg terwijl Brusselse daklozen buiten slapen

Vannacht slapen er weer honderden mensen op straat in Brussel. Tegelijkertijd staan er 10.000 kamers leeg in de nog steeds onderbezette Brusselse hotels.

De winter staat voor de deur. Elk jaar lopen dakloze mannen, vrouwen en kinderen gevaar voor hun leven. Opvang in hotels is veiliger en een betere opstap uit de dakloosheid. Open daarom nu die lege hotelkamers voor daklozen.

Laten we hotelkamers benutten voor daklozenopvang 

De Brusselse hotelsector gaat door zwaar weer. In augustus 2021 lag de bezettingsgraad in de Brusselse hotels op 33 procent. De kans is groot dat de kleine hotels in moeilijkheden zullen komen, want die hebben minder financiële marge dan grote hotelketens. Wellicht overleven ze de crisis niet. Tegelijk komen er nog bedden bij. Grote hotelprojecten (Brouckere, WTC, Zuidstation, Jésus klooster, IBM toren,…) zitten in de pijplijn – al van voor de coronacrisis. Kern van de zaak: er is een overschot aan hotelkamers. 

Bij de eerste coronalockdown werden hotels die geen toeristen meer hadden tijdelijk overgenomen door vzw’s voor opvang van daklozen. Bruss’help werkt aan een evaluatie van die opvang[1]. Een aantal vaststellingen is er al, door meerdere organisaties op het terrein. 

Waarom opvang in hotels zo goed is

Daklozen, LGBTQI+ jongeren, vrouwen op de vlucht voor hun gewelddadige partner vinden in hotels rust, veiligheid, intimiteit, comfort, een vorm van autonomie en een goede sociale omkadering. Stuk voor stuk voorwaarden om hun fysiek en psychologisch welzijn te verbeteren.

Dat komt door de betere huisvestingskwaliteit. In hotels heb je opties die er in de klassieke nachtopvang of onthaaltehuizen niet zijn: ruimere woningen met eenpersoonskamers, kamers voor koppels of kamers om te delen met een beperkt aantal anderen, privébadkamers… Maar het gaat niet alleen om comfort. Sociale en administratieve ondersteuning ter plaatse is ook een troef. 

De opvang in hotels biedt een stabiele omgeving, ’s nachts én overdag. Waardoor er tijd is om administratieve formaliteiten in orde te brengen. En die tijd is nodig. Na een verblijf op straat is de persoonlijke administratie van een thuisloze… een ramp. Het vraagt veel telefoontjes, mails, aanvragen om dat in orde te brengen en sociale rechten te openen. Pas dan zijn mensen klaar voor de volgende stap: de zoektocht naar een woonst en/of een plaats in een bestaande opvangstructuur.

Meerwaarde: je bereikt ook vrouwen en LGTBQI+ jongeren

Onder de volwassenen die in hotels werden gehuisvest, waren er 75% vrouwen. In de klassieke tellingen van de dak- en thuislozen (sinds 2008) maken vrouwen slechts 20% uit van het totaal. Toch zijn er veel vrouwelijke daklozen. Hun aandeel neemt jaarlijks zelfs toe. Toch zie je ze zelden in de klassieke opvang. Ze maken gebruik van informele hulp. Ook vrouwen hebben recht op opvang en sociale bijstand. Hetzelfde geldt voor LGTBQI+ jongeren die van thuis zijn weggelopen. Zij zoeken een veilige omgeving. 

Kortom, de opvang in hotels vult een hiaat op in de bestaande daklozensector en biedt kansen voor een diverser aanbod, op maat van elke dakloze persoon. En vooral, na opvang in hotels kunnen mensen sneller uit de dakloosheid geraken en werken we dus aan een structurele oplossing. 

Het moment grijpen

Welke hotels gaan de coronacrisis overleven? Het is nog afwachten. Wat wel al zeker is: de coronacrisis is nog niet voorbij en honderden mannen, vrouwen en zelfs kinderen overnachten ook deze winter op straat. 

Dit is geen pleidooi om de hotelsector af te breken. Integendeel, door hoteleigenaars te vergoeden voor de opvang maken ze net minder verlies. Dit is een pleidooi om niet te aanvaarden dat mensen op koude slaapstenen slapen terwijl 10.000 warme hotelkamers leeg staan. 

Laten we niet wachten tot het echt koud wordt ’s nachts.

Deze opinie verscheen ook op de website van Knack


[1] De evaluatie (periode april 2020 – april 2021) zal deze week worden gepubliceerd op de site van Bruss’Help

Foto: ik op pad als vrijwilliger bij doucheflux