Wildgroei van gemeentelijke coronamaatregelen moet stoppen

Minister-President, voer de gewestelijke regie

Er zijn te veel verschillen aan het ontstaan tussen de Brusselse gemeenten inzake de aanpak van corona. Zonder centrale regie vanuit het gewest loopt het fout en zitten de Brusselaars met een lappendeken van 19 verschillende regels, steunpakketten en adviezen. De wildgroei van gemeentelijke coronamaatregelen moet stoppen. Ik vraag aan Minister-President Rudi Vervoort om meer coördinatie vanuit het gewest en een gewestelijke aanpak te voorzien. 

‘Er zijn verschillende regels voor handelszaken, verschillende regels over de openstelling parken, verschillende economische steunpakketten en de communicatie loopt door elkaar. Neem nu de mondmaskers. Gemeenten als Etterbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe verplichten het dragen van mondmaskers op verschillende openbare plaatsen. Sint-Joost-Ten-Node gaat misschien ook overstag. Verwarring alom, waar moet het wel en waar moet het niet? Dit krijg je niet uitgelegd aan de Brusselaar. Eén systeem voor iedereen is veel gemakkelijker en veel duidelijker. We willen de minister-president vragen om hierin bij te sturen, het gewest moet de maatregelen coördineren.’

Eerder al bestelden gemeenten op eigen houtje mondmaskers, wat erop neer komt dat ze met elkaar concurreren op de markt van mondmaskers. Gelukkig heeft het gewest op vlak van aankoop al ingegrepen met de gewestelijke aankoopcentrale van maskers. Dit is ook dringend nodig waar het de andere coronaregels betreft.

Het ministerieel besluit van de federale regering laat ruimte aan burgemeesters om in hun gemeente coronaregels op te leggen die niet beslist zijn door de Nationale Veiligheidsraad. Maar per provincie kan de gouverneur altijd bijsturen. In het Brussels Gewest is dit de Minister-President, die als tussenpersoon tussen het nationale niveau en de gemeentebesturen moet ingrijpen.

‘Verschillende gemeentelijke regelingen die naast elkaar bestaan, zijn verwarrend. De ‘concurrentie’ tussen gemeenten is een slechte zaak. Het is net nodig de krachten te bundelen. We moeten dit gewest als één geheel benaderen, als één wereldstad. Vandaag, in tijden van pandemie. Maar ook in normale omstandigheden.’

We mogen niet vergeten, ook voor deze pandemie bestonden er al veel gemeentelijke regels naast elkaar. Verhuisfirma’s bijvoorbeeld botsen vaak op verschillende parkeerreglementen, een OCMW-cliënt heeft in de ene gemeente recht op medische zorg, en in de andere gemeente niet. Deze versnippering is niet efficiënt, tijdrovend en verspillend. Problematisch in normale tijden, maar in huidige crisissituatie onacceptabel.  

‘Mijn vraag aan de Minister-President is om, ongeacht de Brusselse realiteit, ervoor te zorgen dat de gemeentelijke maatregelen niet conflicteren. Hoe monitoren we de verschillen? Niet alleen voor mondmaskers, maar bijvoorbeeld ook inzake de heropstart van de lokale handel en steunmaatregelen. Graag hoor ik wat het gewest gaat doen om de aanpak van de crisis door de gemeenten te coördineren. Bijvoorbeeld in overleg met de 19 burgemeesters door een buitengewone vergadering samen van de gewestelijke veiligheidsraad bijeen te roepen. We willen horen welke initiatieven er genomen worden, nu blijkt dat er een wildgroei is aan gemeentelijke maatregelen en coronaregels.’