Opvang na de schooluren: graag kwaliteitsvol en betaalbaar

Veel Brusselse gezinnen rekenen op opvang voor of na de lesuren. Ze kunnen gewoon niet zonder. Alleen is niet alle opvang even goed. Er zijn ook grote prijsverschillen.

35.000 kinderen lopen school in het Nederlandstalige kleuter- en basisonderwijs. Daarvan gaan er 1.200 naar IBO’s. Een IBO is een Initiatief voor Buitenschoolse Opvang, meestal uitgebaat door een vzw.

De Brusselse IBO’s hebben veel expertise om een kind buiten school een fijne tijd te bezorgen. Ze krijgen daarvoor subsidies: voor begeleiding, maar ook voor nestwarmte en een sterke pedagogische en creatieve invulling. 

Zowel Vlaanderen als de VGC moeten snel duidelijkheid scheppen over welke middelen de IBO’s krijgen én extra investeren. Want elk kind heeft recht op sterke, betaalbare én plezante voor- en naschoolse opvang. 

Toch vullen de IBO’S maar een klein deel van de voor- en naschoolse opvang in. 

De andere 33.880 kleuters en lagereschoolkinderen? Zij kunnen terecht in opvang die de school zelf organiseert. Alleen zijn daar geen extra middelen voor. Dus is er ook geen extra begeleiding. Daar komt bij dat voor ‘extraatjes’ – in het geval dat scholen zelf creatieve, sportieve activiteiten of taalprojecten inrichten – extra betaald moet worden.

Een scholier die het geluk heeft om in een IBO terecht te komen, krijgt dus een interessante invulling van de voor- en na schooltijd, tegen democratische prijzen. De andere scholieren vallen uit de boot.

Het zou niet van geluk mogen afhangen. 

Hervorming

Intussen werkt Vlaanderen aan een hervorming van de hele IBO-sector. De bedoeling is één systeem te creëren en overal dezelfde (hoge) kwaliteit te bieden.

Dat is een mooi principe. Alleen volgen de middelen niet. Vlaanderen voorziet €400.000 extra middelen. Daarmee kunnen er 120 nieuwe IBO-plaatsen worden gemaakt. 

Veel vzw’s die vandaag IBO’s inrichten weten nog niet welke middelen ze zullen krijgen. Ook ouders zijn ongerust.

Zowel Vlaanderen als de VGC moeten snel duidelijkheid scheppen over de middelen én extra investeren. Want elk kind heeft recht op sterke, betaalbare én plezante voor- en naschoolse opvang. 

Dat punt maakte ik vandaag in de Raad van de VGC, in mijn vraag over de hervorming van de buitenschoolse opvang.